In het boek over particulier natuurbeheer in Fryslân “natuur in eigen hand” zijn 55 portretten en verhalen te lezen van particuliere natuurbeheerders. Eén van deze verhalen gaat over de boerderij van Albrecht Finnema, de boer die onze melk levert.  Je kunt hieronder het verhaal over de boerderij van Albrecht lezen of natuurlijk in het boek ‘natuur in eigen hand’

Het verhaal over de boerderij van Albrecht

Op een prachtig gerestaureerde boerderij worden we ontvangen door de familie Finnema: vader Klaas, moeder Ardien en zoon Albrecht. “We hebben de boerderij en de polder gekocht in 1993”, vertelt Klaas. “Vanuit onze boerderij kun je ons natuurpoldertje ‘De Lytsemar’ zien. De boerderij en het land waren vroeger eigendom van de kerk van Warstiens, maar er leefde al generaties lang een boerenfamilie op. De laatste twee broers deden het geld voor het onderhoud waarschijnlijk in de collectezak, want het was flink verwaarloosd. We hebben de boerderij helemaal opgeknapt en zo veel mogelijk authentieke elementen behouden. Dit, tezamen met de polder, is een cultuurhistorisch monument. We hebben vastgelegd dat dit ongedeeld in stand wordt gehouden. Want als het weg is, komt het niet meer terug.” Het gebied heeft de landgoedstatus. Er gaat een wandelpad doorheen dat – behalve in het broedseizoen van 1 maart tot 1 juli – is opengesteld voor publiek.

“De polder is altijd extensief beheerd geweest. De polder staat vol met kruiden en bloemen. Hier staan nog planten die je elders niet meer tegenkomt, zoals de rietorchis, die op de rode lijst staat. Vooral de slootkant is heel soortenrijk. En door de kwel en het extensieve beheer is dit nog altijd een weidevogelparadijsje”, vertelt Klaas. Het was ook al heel vroeg een weidevogelreservaat; er mochten zelfs geen eierzoekers komen. Dat was heel bijzonder, zeker in die tijd. Nog steeds zitten er veel grutto’s, tureluur, kievieten en smienten. “Maar ja, die buizerds en kiekendieven vliegen hier ook rond. Vroeger zouden de weidevogels die zelf verjagen door met honderden op te vliegen, maar zo veel zijn er niet meer. De grutto staat enorm onder druk.”

Over het beheer vertelt zoon Albrecht: “We brengen de ruige mest van ons reguliere bedrijf speciaal naar De Lytsemar toe. Die mest trekt heel veel weidevogels aan. Wij maaien altijd na overleg met de vogelwacht en in etappes, zodat de jonge vogels ruimte hebben en kunnen vluchten. Wij zijn heel ingenomen met de kwaliteit van het hooi, dat wij gebruiken voor het jongvee, maar met name ook voor koeien die ziek zijn. Daar knappen ze erg van op.”

De hele familie staat achter de kringloopgedachte. Albrecht: “De stap naar een biologisch bedrijf is voor ons niet zo groot meer. Het gebruik van chemische middelen staat ons tegen. We bekalken met eierschalen. Dan komt de kalk heel geleidelijk vrij, samen met een beetje stikstof in eiwitvorm. En dat is echt snoepgoed voor de bodemschimmels”, legt hij uit. Klaas citeert kunstenaar Jopie Huisman: ‘Ik kin de grûn wol frette.” De subsidie beschouwen ze als een vorm van waardering voor wat ze doen: “mooi meegenomen, maar als het er niet was zouden we het precies zo doen. Wij hebben er aardigheid aan en vinden dat we dit in stand moeten houden”

“Ik kin de grûn wol frette”

Klaas Finnema